Nieuwe impuls voor intervisie I

Grappig hoe verschillend de reacties zijn als je intervisie noemt. Het varieert van ‘ Oh, dat is zo goed!’,naar ‘ Oh, dat zouden we weer eens moeten doen.’, tot ‘ Intervisie? Voor mij hoeft dat niet zo nodig.’.

nieuwe impulsen voor intervisie

Intervisie, voor mij hoeft het niet zo, dacht ik.

Voor mij hoeft dat niet zo nodig

Ik heb lang die mening gedeeld. Dat kwam omdat ik deel uit maakte van verschillende intervisiegroepen, die mij niet opleverden waarop ik gehoopt had. Zolang een intervisiegroep begeleid werd door een intervisiebegeleider waren het vruchtbare bijeenkomsten. Op het moment dat de begeleider uit beeld raakte, gebeurde er iets met de intervisiegroep.

Bij de start van een intervisiegroep is de afspraak dat de groep zoveel mogelijk intact blijft. Er ontstaat daardoor een verantwoordelijkheid voor de individuele groepsleden om zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Na het vertrek van de begeleider verslapte de discipline en zei men gemakkelijk af.

Daarnaast gebeurde het in de eigenlijke intervisie dat de inbrenger van een casus adviezen kreeg, waarin impliciet doorklonk dat het ingebrachte knelpunt eigenlijk een peanut was.

Voorgaande aspect maakte de intervisiebijeenkomsten minder effectief, omdat de oplossingen die aangedragen werden niet de oplossingen waren die pasten bij de inbrenger van de casus. De oplossingen sloten niet aan bij de stijl van werken of de persoon van de inbrenger.

Mogelijk is dat ook een verklaring voor het tanende enthousiasme om aanwezig te zijn. Daarnaast bedacht je nog wel een keer voordat je een casus inbracht, omdat je jezelf niet kwetsbaar wilde opstellen.

Intervisie nu

Ondertussen is intervisie aan het veranderen. Intervisie is meer opgeschoven naar supervisie, doordat steeds meer de eigen rol van de inbrenger centraal komt te staan. Je wordt hier onder andere toe bepaald door de door  Ger van Doorn en Marijke Lingsma geformuleerde vraag:’Hoe kan ik…….?’ Afgekort heet dat de HKI-vraag. Uiteindelijk is deze manier effectiever op de langere termijn. Op de oude manier stond elke casus op zich. Als de HKI-vraag gebruikt wordt ontstaan er na verloop van tijd rode draden in casussen, omdat je in al deze situaties jezelf meeneemt en jezelf daarin spiegelt. Een mooi model waarin de HKI van de inbrenger en het leren van de intervisiegroep tot haar recht komt is het in het boek Intervisiecoaching genoemde crea-model.

Door gebruik te maken van onder andere deze methode oefent de groep ook in het intervisie uitvoeren. Dat doen ze op een manier waarop de begeleider zichzelf overbodig maakt. En zo hoort het te zijn!

Bron:

Doorn, van. G. & Lingsma, M., Intervisiecoaching, Amsterdam 2012, Boom en Nelissen.