Tegenslagen overkomen ons allemaal, …

P1050301Ik luister naar een uitzending op npo 1 over de vergaande bezuinigingen binnen de jeugd – ggz. Een meisje vertelt: ” Ik ben van mijn vierde depressief, ik dronk alcohol op mijn tiende en toen mijn opa van 90 op mijn veertiende overleed, draaide ik helemaal door. ”

Ik praat met een man die depressief is. Hij zegt: “Weet je, ik zou nu wel even drie maanden lang geen mensen willen zien. Als er geen mensen zijn kan het ook niet mis gaan.”

Over dat meisje: Veel mensen zijn verdrietig en tevreden als hun opa van 90 overlijdt.  Mensen nemen afscheid van een mens, een relatie. Dat geeft verdriet. Ze beseffen ook dat het de loop der dingen/mensen is en dat 90 jaar een respectabele leeftijd is, waardoor ze lang met elkaar hebben kunnen optrekken. Wat bepalend is in zo’n situatie dat je beschikt over een goede geestelijke gezondheid. Daar komt uit voort, de wil om te willen vechten, de bereidheid om weer op te krabbelen en het vermogen om de dingen weer in het juiste perspectief te plaatsen. Om niet te vergeten de balans weer te hervinden tussen emotie en ratio.

Over die man: Wat een verdriet als een mens, geboren als groepsmens, zichzelf buiten de groep wil zetten, doordat keer op keer de communicatie frustreert.

Ik probeer niet de problemen van het meisje en de man  te bagatelliseren, want die problemen zijn levensgroot, dat staat buiten kijf. Het zet me wel aan het denken. De eerste stap om te relativeren, de dingen weer in het juiste perspectief te zien is er even afstand van kunnen nemen. Dat is wat je keer op keer oefent bij reflectie, dat is een van de vaardigheden die je nodig hebt bij tegenslagen.

Het vinden van de balans tussen emotie en je verstand is vaak een voortdurende ontdekkingstocht bij jezelf. Door er bij stil te staan en te onderzoeken leer je jezelf weer beter kennen en kun je gebeurtenissen beter plaatsen. Een hulpmiddel daarbij zijn bijvoorbeeld de niveaus van Bateson, waarbij je ontdekt waar storingen ontstaan, waar het schuurt van binnen.

Het stilstaan bij de grote verschillen tussen mensen en hun manieren van communiceren is ook een terugkerende thema binnen supervisie.  Ik  ben opgegroeid in de jaren 70. In die tijd was het adagium: We zijn allemaal gelijkwaardig. We moeten kijken naar de overeenkomsten en niet naar de verschillen. Dat heeft soms het effect gehad dat alles egaal gestuukt werd. Je ontkent daarmee dat er een wereld vol verschillen is! Het respectvol onderzoeken van die verschillen in dialoog is een verrijkende activiteit.

Supervisie en coaching zijn geen therapie, maar kunnen wel bijdragen aan bewuste medewerkers die zichzelf goed kennen  en weten wat hun overkomt en daar weer handen en voeten aan kunnen geven.

Ik wil overigens niet zeggen dat als je last van tegenslagen hebt,  je er niet goed mee omgaat. Het is niet een één op één omkeerbare formule.