Verhalen

 

Als je mensen ontmoet, vertellen ze verhalen. De verhalen die ze vertellen, zijn opgebouwd uit elementen waarvan de vertellers vinden dat ze die kunnen gebruiken in hun verhalen.

Ze vertellen ook hun verhaal. Je kent vast wel van die situaties, waarin bijvoorbeeld een stel vertelt over een gezamenlijk avontuur. Het zijn twee heel verschillende verhalen en dat is ook logisch. Ze vertellen beiden hun verhaal vanuit hun zichtpositie en kleuren het vanuit hun eigen referentiekaders.

‘Hoe je kijkt maakt wat je ziet’ is een gevleugelde uitspraak – die van Ynse Stapert afkomstig is. Ynse Stapert is één van de mensen die supervisie in Nederland vorm heeft gegeven. Bovendien heb ik het geluk gehad door hem als supervisor begeleid te worden. Ynse noemde de manier van kijken, rasteren.

Het verschil in verhalen is soms zo duidelijk dat het stel van zonet met elkaar in discussie gaat over hoe het nu was. Die discussie ontstaat echt niet om dat ze het beter weten, maar gewoon omdat ze het anders beleefd hebben, sommige dingen echt niet gezien hebben of juist wel omdat het hun ergens aan deed denken of hun interesseerde.

Verhalen worden interessant als mensen ze met een grote stelligheid vertellen. Vaak zijn het verhalen die al even meegaan. Ze zijn gemodelleerd, waren aan erosie onderhevig en zijn nogal veranderd in verhouding met het startverhaal. Zo hebben we ook allemaal onze werkverhalen. Ze zijn interessant voor een supervisor en de verteller, omdat de supervisor voor de opgave staat de verteller te bewegen te proberen het verhaal eens anders te vertellen. Als het lukt, wint het verhaal weer in dimensie en wint de verteller in dimensie. Immers, het verhaal vertelt ook over de verteller.

P1010679